De beide heren vertellen desgevraagd graag waar ze voor de zomer zo hard aan hebben gewerkt.
Jonathan: GroenLinks wil de komende jaren Zaanstad veranderen in een groene gemeente, die opgewassen is tegen de eerste gevolgen van klimaatverandering en zelf niet bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Dat is verduurzaming: stad en natuurlijke omgeving in een langdurige balans.
Hoe? Daarvoor zijn al een aantal plannen:
- er is een klimaatakkoord, waarin burgers en overheid afspraken hebben gemaakt over besparing en duurzame opwekking van energie.
- De Regionale Energie Strategie gaat over de grote stappen die we met omliggende gemeenten zetten voor elektriciteit uit zon en wind.
- Het Uitvoeringsplan Klimaatadaptatie gaat in op het inrichten van onze omgeving om om te gaan met toenemende hitte en wateroverlast.
Ik vind het vele mooie voornemens, maar gaan ze ver genoeg? Een veerkrachtige en hardwerkende gemeenschap als de gemeente Zaanstad kan de stap naar een klimaatneutrale omgeving eerder zetten. De klimaatcrisis vraagt dat van ons om de opwarming van de aarde binnen anderhalve graad te beperken. Dat zijn dus twee doelen:
- minder klimaatverandering en
- de verandering die er komt, zo goed mogelijk opvangen.
Jan vult aan. Voor de zomer werd dit goed duidelijk bij het onderwerp vervoer en mobiliteit. We willen als GroenLinks meer ruimte voor voetgangers en fietsers. De stad nu en in de toekomst bereikbaar houden, met volle inzet op schoon vervoer. Dat is de ambitie van GroenLinks.
Je kan daarbij slimme keuzes maken, door bijvoorbeeld betaald parkeren in te voeren of duurder te maken waar de parkeerdruk het hoogst is en de ruimte het minst (zomeren). We verminderen zo de druk op de openbare ruimte. Dat kan niet anders in een verdichtende stad.
We hebben de auto nodig als vervoersmiddel. Maar je kan kijken of je het stalen ros wel zo’n prominente plek in ons straatbeeld willen hebben. Kijk maar om je heen, overal staat de auto stil. Terwijl we meer ruimte willen voor gezond groen, of plekken om te spelen of gezond te bewegen.
Gelukkig ontwikkelt de auto-industrie zich onder druk naar fossiel vrije alternatieven. Wat ook nieuwe uitdagingen met zich mee brengt om genoeg laad faciliteiten in te richten.
Zaanstad is een stad met beperkte middelen, maar grote uitdagingen. Wil je iets kunnen veranderen, dan moet je slimme keuzes maken
- Als we willen dat kinderen naar school, forenzen naar het werk en bewoners naar de supermarkt de fiets kunnen nemen. Dan moeten we kiezen voor het veilige 30 kilometer per uur als standaard in de bebouwde kom. Een motie van ons heeft dat mogelijk gemaakt!
- Als we nieuwe plekken in de stad aanleggen, dan moeten we meer ruimte voor voetgangers, waterberging of groen ontwerpen. Genoeg ruimte ook voor kwetsbare doelgroepen die gebruik maken van bijvoorbeeld rolstoelen, rollators, of andere hulpmiddelen zijn gebaat bij een ruime toegankelijke, overzichtelijke openbare ruimte. Ook daarvoor is een GroenLinks motie aangenomen.
- Drukke autowegen worden omgevormd tot fietsstraten waar de auto te gast is. Centrum gebieden kunnen autoluwe zones worden. Door op drukke plekken te kiezen voor betaald parkeren en tegelijkertijd te investeren in goed en bereikbaar openbaar vervoer, kan je druk op de openbare ruimte verlichten. En zorgen we voor een mooie openbare ruimte om te verblijven. In de mobiliteitsvisie staat dit nu vastgelegd.
En zo, concludeert Jan, zijn zoveel andere maatregelen waar je aan kan denken: zoals de steun voor de deeleconomie, het spitsmijden, meer inpandige fietsenstallingen, goede bewegwijzering, smart mobility. Het is onmogelijk om uitputtend te zijn. Maar alle energie van ons moet gericht zijn op een schonere, fijne en bereikbare stad.
Jonathan vult aan: “duurzaamheid betekent: bruikbaar voor lange tijd, voor meer generaties.” Bronnen die niet worden opgebruikt en een omgeving die ook voor onze nakomelingen nog gezond is. Op dat vlak zijn er nu veel keuzes en oplossingen nodig. Ik vind dat het voorbeeld van mobiliteit dat laat zien.
Ze concluderen: Een mooie stad is een duurzame stad!