De afgelopen jaren voltrok zich een woonramp. Goed en betaalbaar wonen is voor steeds minder mensen vanzelfsprekend. De wachtlijsten voor een sociale huurwoning zijn enorm, waardoor starters en mensen met lage inkomens nauwelijks aan een woning kunnen komen. Huurwoningen in de vrije sector zijn voor veel mensen onbetaalbaar.

GroenLinks vindt dat een dak boven je hoofd is een grondrecht is. Zaanstad heeft plannen om tot 2040 15 tot 20.000 woningen te bouwen. Het gaat vooral om betaalbaar bouwen, voor die mensen voor wie de tekorten het grootst zijn. GroenLinks stuurt daarom actief op de bouw van sociale huur- en sociale koopwoningen voor starters en eenpersoonshuishoudens. Met een dak boven je hoofd zijn andere problemen beter aan te pakken. Dakloosheid moet daarom altijd voorkomen worden.

Veel ouderen zouden best kleiner willen en kunnen wonen, terwijl veel jongeren te klein behuisd zijn. Er moet volop ruimte zijn voor doorstroming en nieuwe en creatieve woonconcepten. Discriminatie bij het toewijzen van woningen is uit den boze. We staan voor goed verhuurderschap en het tegengaan van uitbuiting. Iedereen moet in elke wijk of buurt veilig en prettig kunnen wonen.

Er zijn grenzen aan de verdere verdichting van de stad. Wonen is meer dan stenen stapelen. Bij het bepalen van het nog te bouwen aantal woningen, staat altijd de vraag centraal of wijken prettig leefbaar, duurzaam, veilig en goed bereikbaar zijn, met voldoende groen, speelruimte en voorzieningen. Er moet stevig geïnvesteerd worden in bestaande woonwijken. Woningen dienen opgeknapt en verduurzaamd te worden. Als gemeente stimuleren we het wegwerken van achterstallig onderhoud, zoals de funderingsproblematiek en het gebrek aan isolatie.

Dit wil GroenLinks Zaanstad:

  1. Alle nieuwbouw bestaat uit een percentage sociale huurwoningen van tenminste 40% en woningen in het middensegment (koop en huur) ook uit een percentage van 40%.
  2. Bij het sturen op de woningvoorraad moet goed de totale voorraad in een buurt of wijk in de gaten worden gehouden. In buurten of wijken met vrijwel uitsluitend corporatiewoningen, voegen we juist woningen in het middensegment toe zodat mensen die het iets beter krijgen, in hun buurt kunnen blijven wonen.
  3. We stellen regels op voor institutionele beleggers en andere verhuurders over de maximale huurstijging. Zo blijven ook particuliere huurwoningen betaalbaar.
  4. Om te kunnen sturen op het bouwen van betaalbare woningen, en alternatieve woonvormen moet de gemeente actief grond verweven voor dit doel.
  5. Om de woningnood op korte termijn te verlichten, zorgen we voor tijdelijke woningen. Flexibele woonoplossingen die betrekkelijk snel en goedkoop kunnen worden gemaakt. De gemeente kan opdracht geven voor de bouw op eigen grond, of de bouw hiervan mogelijk maken op particuliere grond.
  6. We moedigen het omvormen aan van leegstaande panden aan tot woningen of maatschappelijke voorzieningen, We gaan het gesprek met eigenaren aan, kijken of het bestemmingsplan aangepast kan worden, of kopen uiteindelijk het vastgoed aan.
  7. Er moeten meer woningen voor ouderen komen zodat ouderen in hun eigen wijk kunnen blijven wonen. We maken het voor ouderen aantrekkelijker om door te stromen naar een beter passende woning in de eigen buurt. Deze woningen moeten dus gebouwd worden. Belangrijk is dat men niet méér, maar juist minder huur gaat betalen.
  8. We bouwen meer jongerenwoningen.
  9. We beperken ‘verkamering’ en woningsplitsing om leefbaarheid in buurten niet te veel onder druk te zetten.
  10. We stimuleren en maken alternatieve woonvormen mogelijk zoals coöperaties, woon-zorgclusters en woongroepen. Maar ook mantelzorg en kangeroewoningen.
  11. We zetten bij nieuwbouw in op bereikbaarheid met het openbaar vervoer en de fiets.
  12. Dakloze mensen krijgen een dak boven hun hoofd en structureel hulp bij het aanpakken van de andere problemen (“housing first”).
  13. We pakken het uitbuiten van huurders aan. Voor het verhuren van een woning of kamer is een verhuurdersvergunning verplicht. Wie huurders uitbuit, niet zorgt voor fatsoenlijke woonomstandigheden of discrimineert bij het toelaten van huurders, verliest zijn of haar vergunning.
  14. Zaanstad wordt verantwoordelijk voor goede en voldoende huisvesting voor arbeidsmigranten. Bedrijven mogen alleen nieuwe arbeidsmigranten aanstellen als er fatsoenlijke huisvesting voor hen beschikbaar is.
  15. De bestaande voorraad woningen moet kwalitatief verbeterd worden door huiseigenaren te ondersteunen met verduurzamen. Dit kan onder andere door subsidies en/of goedkope leningen te verstrekken. Zeker ook in nauwe samenwerking met woningbouwcorporaties.
  16. De komst van een warmtenetwerk is een uitstekend moment om ook verdere renovaties door te voeren in bestaande woningbouw.
  17. Het is belangrijk dat de funderingsproblematiek volop onder de aandacht blijft. En er hulp en informatie aan wordt geboden aan bewoners Wanneer er nieuwe funderingen worden aangelegd met behulp van de gemeente, dient gekeken te worden hoe de woningen tegelijkertijd energiezuiniger gemaakt kan worden.
  18. Zaanstad stopt met uitsluiten van mensen op basis van sociaal economische achtergrond. (Op basis van de zogenaamde Rotterdamwet).
  19. Bij keuze voor renovatie of nieuwbouw is een van de uitgangspunten het behoud van de cultuur historisch waarde in de wijk.
  20. We verbeteren leefbaarheid en kwaliteit van onze lintbebouwing door rommelige en verwaarloosde “onke” plekken aan te pakken.
  21. Woningen zijn om te wonen en niet om mee te speculeren, daarom zijn we voor een zelfbewoningsplicht en een antispeculatiebeding bij nieuwe koopwoningen of verkoop van een sociale huurwoning. (voorrang voor koop als je een sociale woning achterlaat).