Vorige week is de parkeernota vastgesteld. Nieuw beleid is nodig, want nu lopen ontwikkelingen steeds meer vast. Niet alleen het verkeer, maar ook (kleinere) bouwprojecten in het centrum. Zowel in Zaandam als bijvoorbeeld in Krommenie. Daarover gaat het nieuwe parkeerbeleid. Als ontwikkelaars niet zelf kunnen voldoen aan de parkeernormen, mogen zij dit afkopen. Dan storten zij een bedrag in een parkeerfonds dat de gemeente beheert. Daarmee kan de gemeente de regie nemen bij het aanleggen van parkeerplaatsen in de omgeving van de bouwprojecten. Bijvoorbeeld kan de bouw van een parkeergarage in de Peperstraat hier deels mee worden betaald.

Een ander deel van de afkoopsom wordt gestort in een bereikbaarheidsfonds. Daarmee kan de gemeente bijvoorbeeld parkeerterreinen aan de rand van het centrum aanleggen. En daarvandaan shuttle bussen laten rijden. Zoals bijvoorbeeld in Alkmaar al jaren gebeurd. Of goede fietsenstallingen aanleggen. Alleen al in Zaandam komen we nog 1000 plaatsen tekort.

We moeten woekeren met de ruimte die we hebben, zeker met het nog steeds groeiend aantal auto’s. Elk economisch handboek begint met dit abc-tje:  hoe schaarser het product, hoe hoger de prijs.  En hoe meer auto’s en hoe dichter de bebouwing, hoe schaarser de parkeerplaats wordt. Dit  heb ik namens GroenLinks in het debat  aan de orde gesteld.

Het is opmerkelijk dat partijen die toch wel enig economisch inzicht zouden moeten  hebben (VVD, DZ), dit aspect volkomen negeren. Geen nuchtere analyse maar emoties. GroenLinks wil dit vooral zakelijk blijven bekijken. We snappen dat we hiermee niet alleen maar vrienden maken. Maar ook en juist  in verkiezingstijd moet je duidelijk zijn en dingen beloven die je kan waarmaken.

Deze parkeernota maakt een bereikbaar en leefbaar centrum mogelijk. Waar onze kinderen veiliger kunnen spelen op straat en we ontspannen in autoluwe winkelcentra kunnen shoppen. Dat is wat wij beloven.

Kees van den Berg