Bert Boer heeft mede namens de fractie van GroenLinks afgelopen week de volgende vragen gesteld aan het college van B & W van Zaanstad over de uitbreiding van de capaciteit van de stortplaats Nauerna:

Geacht College,

 

In het kader van artikel 51 leggen wij het volgende aan het College voor:

 

GroenLinks heeft het voornemen tot uitbreiding van de capaciteit op Nauerna vooralsnog gesteund omdat wij vinden dat Nederlands afval in Nederland moet worden verwerkt en het er naar uitziet dat Nauerna een van de weinige geschikt stortplaatsen is voor het onderhavige soort afval. Tegelijkertijd hechten wij er aan dat onomstotelijk komt vast te staan dat de extra stort op Nauerna milieutechnisch verantwoord is en de geluidsoverlast van de transporten voor de bewoners tot een minimum beperkt wordt. Daarom hebben wij in het raadsdebat van 4 december 2008 er nadrukkelijk voor gepleit dat de raad de gelegenheid krijgt om een zienswijze te geven op de ontwerp milieuvergunning van de Provincie en de daarop ingebrachte bezwaren. Dit werd gesteund door de SP.  

Nu blijkt dat de ontwerp milieuvergunning al ruim een maand ter inzage ligt, zonder dat de raad is geïnformeerd. Op 10 juli sluit de mogelijkheid van een schriftelijke zienswijze. Inhoudelijk rijzen er nogal wat vragen. Verder heeft Zaanstad op 30 juni besloten tot de Vrijstellingsprocedure. Ons werd verteld dat deze de volgende week gepubliceerd wordt en daarna 6 weken ter inzage ligt. Grotendeels in de vakantieperiode en in ieder geval voordat het raadswerk weer begint. Wij stellen de volgende vragen:

 

  1. Waarom is de raad over de ontwerp Milieuvergunning en de Vrijstellingsprocedure niet geïnformeerd en waarom wordt de Vrijstellingsprocedure nu al, midden in de vakantieperiode, gestart.?

 

  1. Wilt u aan de raad zo spoedig mogelijk de desbetreffende documenten ter beschikking stellen?

 

  1. Bent u bereid de lopende procedures te verlengen, dan wel op te schorten, zodat de raad na de vakantieperiode na een inhoudelijk debat een zienswijze kan geven?

 

  1. Kunnen bovenstaande procedures doorlopen worden terwijl er nog verschillende gerechtelijke procedures en bezwaarschriften gaande zijn?

 

  1. Klopt het dat voor de aanvraag van de milieuvergunning bij de provincie een ander advies van Arcadis is bijgevoegd (mei 2008), dan bij de MER-procedure is gebruikt (2007)?  Indien dit het geval is, wat is de reden hiervan en wat zijn de verschillen?

 

  1. Hoewel er vanwege het rijk een moratorium op uitbreiding van stortplaatsen is, wordt onder voorwaarden uitruil van capaciteit tussen bestaande stortplaatsen toegestaan. In LAP2 wordt echter specifiek het moratorium op Nauerna van toepassing verklaard*). De Provincie acht dat in dit stadium niet opportuun. Is de uitruil tussen Nauerna en de CSM-slibvelden volgens voorschrift aangemeld bij het ministerie van VROM en Senter Novem, zodat ons geen verrassingen te wachten staan?      

 

  1. De Provincie past de artikelen voor de toegestane geluidsoverlast van de transporten aan. Zijn die aanpassingen gericht op het tot een minimum beperken van de overlast? Is de geluidsoverlast door een onafhankelijk instituut gemeten of is het gebaseerd op berekeningen?

 

  1. Wilt u, gezien het belang van dit onderwerp en de druk van de huidige einddata van de procedures, op korte termijn reageren, al is het maar vast op het verzoek tot verlenging of opschorten van de procedures?

    

Bert Boer, fractie GroenLinks.                

*) LAP2 = Landelijk Afvalbeheers Plan 2009.


Deze vragen beantwoorden wij als volgt:

1 . De milieuvergunning is een aangelegenheid van de provincie; de gemeente staat hier volledig buiten en faciliteert slechts de ter inzage legging in de gemeentelijke kantoren. Dit wordt echter geregeld en gepubliceerd door de provincie. Voor wat betreft de Vrijstellingsprocedure; deze is niet gestart maar geeindigd op 30 juni; er is dus geen sprake van een procedure in vakantietijd. De raad heeft een voorbereidingsbesluit genomen dat de start van de Vrijstellingsprocedure mogelijk maakte en was dus volledig op de hoogte. Tijdens het debat over het tweede voorbereidingsbesluit is door wethouder Keijzer de actuele stand van zaken omtrent de procedure toegelicht waarna de raad het tweede voorbereidingsbesluit heeft genomen.

2. De documenten inzake de milieuvergunning zijn wellicht op te vragen bij de provincie. De relevante documenten inzake de Vrijstellingsprocedure (zoals de ruimtelijke onderbouwing) zijn al in een eerder stadium, in het kader van het voorbereidingsbesluit, aan de raad verstrekt.

3. De procedure voor de milieuvergunning is een aangelegenheid van de provincie. De procedure voor de vrijstelling kan niet verlengd worden; de procedure is afgerond op 30 juni met het verlenen van de gevraagde vrijstelling.

4. De Vrijstellingsprocedure is zoals vermeld afgerond. Thans staat beroep tegen het vrijstellingsbesluit open bij de rechtbank voor degenen die eerder in de procedure een zienswijze hebben ingediend. Een en ander verloopt volgens de regels zoals die in de wet zijn vastgelegd. Er loopt nog een handhavingprocedure; een handhavingprocedure staat echter het voeren van een Vrijstellingsprocedure geenszins in de weg.

5. Voor vragen over de milieuvergunning kunt u zich wenden tot de provincie; het betreft hier geen gemeentelijke verantwoordelijkheid.

6. Het LAP2 is nog niet van kracht; er vindt nog behandeling plaats in het parlement. Ergo, in het kader van LAP2 heeft er nog geen aanmelding kunnen plaatsvinden. In het kader van LAP1 is de uitruil bij VROM aangemeld op het moment van het door GS opsturen van de ontwerpbeschik

 

7. In dit kader verwijzen wij naar hetgeen door GS in de ontwerpmilieuvergunning hieromtrent wordt vermeld:

'Indirecte hinder

Het geluid van het verkeer van en naar de inrichting over de openbare weg is beoordeeld volgens de circulaire "Geluidhinder veroorzaakt door het wegverkeer van en naar de inrichting; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer " d.d. 29 februari 1996. De geluidniveaus als gevolg van de indirecte hinder veranderen niet ten opzichte van de vergunde situatie en zijn lager dan aan de in de circulaire gestelde voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A).'

8. Aan uw verzoek om een reactie op korte termijn meen ik bij deze voldaan te hebben.

Hoogachtend,

Burgemeester en wethouders van Zaanstad