René Tuijn en Wessel Breunesse nemen in 2026 afscheid als wethouders: ‘samen voor een leefbaarder, eerlijker en groener Zaanstad’

Nog een jaar vol positieve energie doorgaan

Na ruim 6,5 jaar wethouderschap kiest Wessel Breunesse (GroenLinks) ervoor om niet meer beschikbaar te zijn voor een nieuwe termijn. “Ik wil niet uit gewoonte doorgaan. Dit is een mooi moment om het stokje over te geven en anderen de ruimte te geven.” Zijn naam zal na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026 dan ook niet meer op de lijst van GroenLinks-PvdA staan. “Ik meld mij niet aan voor het wethouderschap. Dat besluit heb ik met rust en vertrouwen genomen.”

Ook René Tuijn (PvdA), sinds 2022 wethouder en al zestien jaar actief in de Zaanse politiek, kondigt zijn vertrek aan. Hij blijft nog één jaar actief. “Er ligt nog genoeg op tafel. Ik wil nog een jaar vol positieve energie doorgaan. Er zijn nog zoveel mooie uitdagingen die ik samen met de stad wil oppakken.”

Duurzaamheid moet eerlijk zijn

Voor René Tuijn is duurzaamheid onlosmakelijk verbonden met sociale rechtvaardigheid. “Iedereen moet mee kunnen doen aan de energietransitie én een betaalbare energierekening hebben. Het mag niet zo zijn dat de één een warmtepomp heeft en de ander een waxinelichtje.”

Zaanstad investeerde daarom in isolatieprojecten, samenwerkingen met woningcorporaties en fixbrigades die mensen thuis helpen met energiebesparende maatregelen. Ook werd in samenwerking met Wormerland een energieadvieswinkel geopend in Wormerveer: een toegankelijke plek waar bewoners onafhankelijk advies kunnen krijgen. “We willen mensen ondersteunen met praktische hulp. En we maken het makkelijker om stappen te zetten. Niet iedereen hoeft het alleen te doen.”

Daarbij speelt ook de ontwikkeling van betaalbare warmtenetten een belangrijke rol. “Voor onze inwoners zijn ze belangrijk als alternatief voor aardgas. En tegelijk helpen ze om het elektriciteitsnet te ontlasten, zodat we dat goed kunnen blijven gebruiken.”

Groen doen

Wessel Breunesse drukte een zichtbaar groen stempel op de stad in beleid en projecten. Tijdens zijn wethouderschap is gestart met het planten van minimaal 6000 extra bomen en worden met 70 projecten straten, speelplekken, schoolpleinen en buurten zichtbaar groener. “We maken de stad niet alleen groener, maar ook leefbaarder. Voor mensen, voor vogels, bijen en andere dieren. We versterken de biodiversiteit door sinds dit jaar bij voorkeur te kiezen voor inheemse planten.”

Zaanstad stapte bovendien over op een natuurvriendelijker maaibeleid. Minder vaak en selectief maaien zorgt ervoor dat bloemen kunnen bloeien en insecten de ruimte krijgen. Ook bij nieuwbouw is vergroening nu steeds vaker de norm. Natuurinclusief bouwen – met nestelplekken voor dieren, goede beplanting en een klimaatbestendige inrichting – is inmiddels standaard in veel nieuwe projecten.

In de Polder Westzaan werkt de gemeente onder leiding van Wessel aan een gebiedsvisie waarin landschap, landbouw en natuur hand in hand gaan. “Dat doen we niet van bovenaf, maar in samenwerking en dialoog met agrariërs en natuurorganisaties.”

Energie opwekken waar het nodig is

Zaanstad zette onder Tuijn ook belangrijke stappen in de opwekking van duurzame energie. “Voor het Noordzeekanaalgebied ligt er een goed perspectief op windenergie. Daarbij houden we duidelijke spelregels aan voor leefbaarheid. Maar deze opwek is ook belangrijk voor onze bedrijvigheid en werkgelegenheid. Zeker met het oog op netcongestie willen we duurzame energie opwekken op de plek waar het ook gebruikt wordt.”

Bouwen aan een stad die ademt

Bouwen was een belangrijk thema voor beide wethouders. In Zaanstad verrijzen nieuwe wijken op grote schaal. “We hebben ontzettend veel gebouwd,” zegt René. “Overal zie je hijskranen. We krijgen bijvoorbeeld een prachtige invulling van het Figaro-terrein naast het stadhuis.”

Maar bouwen gaat verder dan stenen stapelen. “We bouwen geen stad van beton, maar een stad die ademt. Eén stad waar mensen prettig kunnen wonen en waar ruimte is voor rust, recreatie en natuur,” zegt Wessel. “Natuurinclusief bouwen en leefkwaliteit horen bij elkaar.” In Kogerveldwijk worden duizenden nieuwe woningen gerealiseerd, met aandacht voor de leefkwaliteit van de bestaande bewoners. Ook op het Hembrugterrein ontstaat een bijzondere mix van wonen, erfgoed, groen en cultuur.

René wijst op innovatieve en duurzame voorbeelden zoals het Zaans Natuur en Milieucentrum, dat laat zien hoe circulair bouwen eruitziet. Ook woningcorporatie Parteon bouwt in de Weverstraat in Krommenie met biobased materialen. En met het Houtbouwconvenant van de Metropoolregio Amsterdam is bouwen met hout nu geen experiment meer, maar een volwaardige standaard.

De langetermijnvisie voor de stad kreeg vorm in de Omgevingsvisie Zaanstad. “Een richtinggevend document dat laat zien hoe Zaanstad er in 2040 uit moet zien. Waar we wonen en werken, maar ook hoe we zorgen voor groen, leefbaarheid en samenhang. En dan bedoel ik niet alleen ruimtelijk, maar juist ook sociaal: hoe mensen samenleven en naar elkaar omkijken.”

Cultuur voor en door iedereen

Naast vergroening en bouwprojecten maakte Wessel ook werk van cultuur. Hij steunde lokale makers, vereenvoudigde subsidies en zetten zich in voor amateurkunst, jongerencultuur en grassroots-initiatieven. “Ook tijdens de moeilijke jaren van hoge inflatie bleef er oog en ruimte voor cultuur.” Dankzij die inzet ondersteunen we nu meer kleine culturele instellingen dan ooit tevoren. De subsidiebedragen zijn in deze periode flink verhoogd om instellingen daadwerkelijk te kunnen ondersteunen.

Twee concrete resultaten zijn de besluiten over een nieuwe bibliotheek in Poelenburg en een cultuurzaal in Zaanstad-Noord. En over het langverwachte centrale poppodium zegt hij: “Dat is er nog niet, maar daar wordt hard aan gewerkt.” Over de toekomst van de Zaanse Schans – waar erfgoed, leefbaarheid en kwaliteit samenkomen – zijn ook belangrijke besluiten genomen.

Politiek is samenwerken

Zowel René als Wessel kijken met waardering terug op de samenwerking binnen het college. “We zijn een college met een brede samenstelling van verschillende partijen,” zegt René, “en toch weten we elkaars politieke behoeften goed te begrijpen. Die onderlinge openheid en samenwerking maken dat we echt dingen voor elkaar krijgen.”

René is bijzonder te spreken over de samenwerking met GroenLinks en collega-wethouder Wessel Breunesse. “Ik ben enorm blij met die samenwerking. We versterken elkaar op het gebied van duurzaamheid, bouwen en sociale thema’s. Dat geeft vertrouwen en energie – en het heeft ook echt bijgedragen aan concrete resultaten voor de stad.”

Wessel beaamt dat. “Resultaten bereik je nooit alleen. Ik werk met goede, hardwerkende ambtenaren, gezellige en fijne collega’s in het college en kritische, betrokken raadsleden. En natuurlijk met de volle steun van mijn eigen partij.”

Hij noemt zichzelf een overtuigd voorstander van roodgroene samenwerking. “De samenwerking tussen GroenLinks en de PvdA voelt voor mij als een natuurlijke stap. Ik voel me thuis bij beide partijen. De samensmelting tot één partij juich ik toe, en daar draag ik komend jaar graag nog aan bij.”

Wat komt, is aan anderen – en dat is goed

Wat René en Wessel na hun wethouderschap precies gaan doen, blijft nog open. Maar dat ze ruimte maken voor anderen, is bewust en vol vertrouwen. “Je moet stoppen op het moment dat het goed voelt – en dat moment is nu,” zegt Wessel. “Ik ben dankbaar voor wat ik heb mogen doen en ik kijk uit naar wat anderen gaan brengen. Nieuwe energie, nieuwe ideeën. Dat is goed voor Zaanstad. Maar ik ben nog niet weg. Komend jaar ben ik nog volop in beweging voor groen, cultuur en goede bouwprojecten”

René sluit zich daarbij aan: “Ik ben nog niet klaar. Komend jaar wil ik samen met de stad blijven bouwen aan betaalbaarheid, duurzaamheid en leefbaarheid. Met vertrouwen in wat er al is bereikt – en met energie voor wat er nog komt.”