Na een dag constructief vergaderen over verbeterpunten aan het Zaanstad Beraad vertrokken we stipt op tijd met een helaas te kleine groep van raad, steunfractieleden, griffie en wethouders naar Delft. Dat de groep klein was, lag niet aan GroenLinks; wij waren voltallig, al was het niet zo voltallig dat wij Kees van de Berg als chauffeur hadden. Natuurlijk kwamen we in de file terecht, maar daar was rekening mee gehouden.
De eerste stop was de bioscoop MustSee aan het Vesteplein in Delft. Deze bioscoop draait nu ruim een jaar en is vergelijkbaar met de bioscoop die in Inverdan komt. De hal deed aangenaam en ruim aan. Jammer dat de hapjes niet vegetarisch waren. De technisch directeur Ron Sterk van de Minerva bioscopen gaf ons een kleine rondleiding en noemde ook wat cijfers. In Delft was het streefgetal 300.000 bezoekers per jaar en dat hebben ze ruim gehaald, ondanks dat steden als Rotterdam en Den Haag dichtbij zijn. In Zaandam, waar zes zalen gepland staan, één minder dan in Delft, wordt uitgegaan van 250.000 bezoekers per jaar. In Delft hebben ze ook contact met het filmhuis over de programmering en dat zijn ze in Zaandam zeker ook van plan met de Fabriek.
De trap was hoog, maar de stoelen zaten lekker. De rijen zijn ruim zodat je je er niet langs hoeft te worstelen en niemand wilde de goudkleurige vloeren in de toiletten missen. De ruimtes boven waren wat kaal, maar zijn ook niet bedoeld om daar rond te hangen. Al met Al kregen we een positieve indruk. Het zou fantastisch zijn als je in Zaandam ook kon zeggen: Kom, we gaan naar de bioscoop en er dan zeker van kunnen zijn dat er wel iets van je gading draait. Parkeren kan onder de bioscoop met korting op het parkeertarief op vertoon van je bioscoop kaartje. Wij zijn vergeten te vragen of er ook een fietsenstalling was.
De ongemakkelijk waarheid was dat ik bij de film in het begin wat wegzakte. Natuurlijk hadden wij GroenLinksers de film al gezien. Uiteindelijk werd ik toch weer gegrepen, al vind ik dat Al net iets te lang doorgaat. Niettemin blijft het onwerkelijk als je dan weer buiten staat en alles gaat net zo door alsof er echt niets aan de hand is. Je voelt je zo machteloos. Valt het proces nog te stoppen of blijven wij roependen in de woestijn?
Na een sobere avondmaaltijd die wij pas om half tien nuttigden en een prima ontbijt, zetten we koers naar het Informatiecentrum Buitenplaats Ypenburg, gevestigd op het voormalige militaire vliegveld Ypenburg. Daar vertelde o.a. Hilde Blank als directeur van BVR, het adviesbureau dat als supervisor ook de ontwikkeling van Kreekrijk en Omzoom begeleidt, hoe zij te werk gegaan waren in de Bras aan de buitenrand van Den Haag, waar zij vier woonwijken hebben gerealiseerd. Alleen de laatste is nog niet klaar. Zij kijken naar de voormalige structuur van de buurt en willen ook de verbinding met het omringende groen behouden. Als voorwaarde was aan de gegadigden meegegeven iets aparts neer te zetten. Dat is bij sommige buurten zeker gelukt, zoals wij daarna met eigen ogen hebben gezien.
Dit was het leukste deel van het werkbezoek! Wij hebben door drie wijken gewandeld in De Bras. Bijna alle huizen in deze wijken stonden op een of andere manier in verbinding met het water. Heel bijzonder dat tussen de huizen en het water riet was aangelegd zodat er een parkachtig geheel ontstond. Waar het riet was weggelaten, keek je tegen allemaal steigers en schuurtjes aan en ontstond meteen weer een rommelig geheel. Wij begonnen eigenlijk met de leukste wijk, waar door de smalle straatjes een dorpsachtig karakter ontstond. De wijken waren ook verschillend door hun apart kleurgebruik, wat ik niet overal even geslaagd vond. Het meest opvallend was echter dat je door betrekkelijk kleine elementen iets aparts kan creëren. Ik noem daarbij de straatjes zonder stoep, de mooie glimmende en gemêleerde dakpannen en de afwisselende vorm van de huizen. Beslist moeten ook de parkeerkoffers. vermeld worden: dit zijn parkeerplaatsen in de wijk voor meerdere auto’s, zodat niet alle straatjes verstopt zijn met auto’s. Helaas was er ook het leermoment dat het hout gebruikt voor de sociale woningbouw nu al veel gebreken vertoonde. Bovendien jammer dat er geen enkele winkel, kroeg of eettentje te bekennen was. De vierde wijk, die het meest afwisselend in bouw belooft te worden, hebben wij alleen nog op een maquette gezien. Om tot slot enige vergelijking te maken, De Bras telt ongeveer 2500 woningen, in Kreekrijk-Omzoom komen er 1000 à 1200. Wij weten nu waar we op moeten letten!
Een boeiend en geslaagd werkbezoek, wat qua timing perfect verliep. Hulde aan de organisatoren.
Romkje Mathkor