Zondag 5 juni heeft minister Donner de gemeenten gewaarschuwd zich niet te bemoeien met het landelijk beleid. Hij doelde hiermee op de kritiek die vanuit vele gemeenten is gekomen op het onderhandelingsakkoord tussen Rijk en gemeenten. Kritiek met name op de nieuwe Wet werken naar vermogen en met name op het onderdeel sociale werkvoorziening. Vele taken worden vanuit de rijksoverheid overgeheveld naar de gemeenten. Op zich goed, maar tegelijk moeten de gemeenten het werk wel met 2 miljard euro minder uitvoeren.

De kritiek van de minister miskent de deskundigheid die bij gemeenten ligt en miskent bovendien de democratische legitimiteit van deze kritiek. Donner doet alsof het een actie van de oppositie is, getuige de volgende uitspraak: “gemeenten moeten zich niet bemoeien met landelijk beleid en mogen geen platform zijn voor landelijke oppositie.”

Niets is minder waar. Gemeenten hebben het volste recht om tijdens de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten op 8 juni zich uit te spreken over het onderhandelingsakkoord dat hun vertegenwoordigers hebben bereikt. Bijvoorbeeld de voltallige gemeenteraad van Zaanstad, waaronder dus ook de fracties van VVD en CDA, heeft “nee” gezegd tegen het onderhandelingsakkoord met het Rijk, tenzij er met name op het terrein van de nieuwe Wet werken naar vermogen  aanpassingen komen. Nog verdergaand is de gemeente Amsterdam, waar onder aanvoering van het College bestaande uit PvdA, VVD en GroenLinks ronduit “nee” is gezegd tegen het onderhandelingsakkoord.

Hoezo platform voor landelijke oppositie als ook VVD-wethouders met de portefeuille Sociale Zaken grote kritiek hebben op de plannen? Hier spreekt de lokale stem van de democratisch gekozen gemeenteraden in maart 2010. En lokale verkiezingen hebben nog wel eens de neiging om anders uit te vallen dan landelijke verkiezingen, misschien wel omdat de lokale politiek dichter bij de burger staat. Juist dit laatste wordt door de regering ook gebruikt als argument om uitvoering van wetten meer over te laten aan de gemeenten.

De gemeenten hebben dus het volste recht om hun kritiek te uiten. De regering zou er wijs aan doen om serieus naar de inbreng van de gemeenten te luisteren, in plaats van de houding “slikken of stikken”.

Kees van den Berg

Fractievoorzitter GroenLinks Zaanstad