GroenLinks is een groot voorstander van het bevorderen van het fietsverkeer en het
autoluw maken van het centrum. Daarbij hebben wij keer op keer onze twijfel
uitgesproken over de berekeningen van het benodigde aantal fietsparkeerplaatsen bij
zowel het station Zaandam als in Inverdan. De laatste maal was dat bij de
begrotingsbesprekingen in november 2008. Te weinig plekken bij het station, zowel aan de Westkant als aan de Oostkant, zo stelden wij. En het was volstrekt onduidelijk of er op alle niveaus in het toekomstige centrum van Inverdan voldoende plaatsen zouden komen om de fietsen te stallen. Ons werd toegezegd dat een onafhankelijk bureau een onderzoek naar de behoefte zou verrichten. Dat onderzoek is kennelijk nu afgerond en het rapport wordt nog
bestudeerd.
Vandaag bericht Dagblad Zaanstreek over het uitgelekte rapport van de AGVMovares. De uitkomsten zijn nog erger dan wij vermoedden en logenstraffen de tot nog toe gepresenteerde berekeningen.
Wij stellen in het kader van Artikel 51 de volgende vragen aan het College:
1. Wilt u, nu het voortijdig is uitgelekt, de gemeenteraad het rapport van AGVMovares zo snel mogelijk doen toekomen?
2. Onderschrijft u de uitkomsten van het onderzoek?
3. Zo ja, aan welke oplossingen denkt u, uitgaande van de in de krant genoemde behoefte van 3200 fietsparkeerplekken op korte termijn en 4.000 in 2015?
4. Vallen daaronder ook de geopperde mogelijkheden van nieuwe onderhandelingen met de NS, met de eigenaars van de in aanbouw zijnde parkeergarage en het benutten van de ontstane ruimte na sloop van het C & A gebouw?
5. Zijn er voldoende financiële middelen aanwezig om voornoemde oplossingen te realiseren?
Wij zien uw beantwoording met belangstelling tegemoet, waarna wij het verder kunnen bespreken in het Zaanstad Beraad.
Vriendelijke groet,
Bert Boer, Groenlinks Zaanstad 6 februari 2009
= = = =
Deze vragen zijn als volgt beantwoord:
1. Ja, wij hebben hier direct op de geanticipeerd door alle leden van de gemeenteraad zo spoedig mogelijk na het uitkomen van het persbericht het onderzoek toe te sturen, alsmede de uitleg over het proces waar dit onderzoek deel van uitmaakt (brief aan gemeenteraadsleden d.d. 11 februari jl.).
Zoals gemeld betreuren wij het feit dat u via de pers op de hoogte bent gebracht van (de inhoud van) het (Brom)Fietsparkeeronderzoek Inverdan. Het betreft hier een onderzoeksrapport dat onderdeel uitmaakt van een lopend onderzoek naar de mogelijkheden om het fietsparkeren in het
centrumgebied Inverdan in de eindsituatie goed te organiseren. Tussentijdse rapportage over dit onderzoek maakt onderdeel uit van Inverdan Actualisatie VII.
Inverdan is begin 2008 gestart met het opstellen van een samenhangend fietsparkeerplan voor het stallen van (brom)fietsen in Centrumgebied van Inverdan. Dit plan moet een oplossing bieden in kwantitatief en kwalitatief opzicht voor het (brom)fietsenstallingprobleem in het centrumgebied van Inverdan en het beheersbaar houden van het stallen van fietsen in het gebied.
Om eerst een beeld te krijgen van de opgave die dit kwantitatief met zich mee brengt is AGV Movares gevraagd onderzoek te doen naar het huidig en toekomstig fietsgebruik en -parkeerbehoefte.
In het onderzoek wordt benoemd waar de fietser vandaan komt, wat de bestemming is, waar deze bij voorkeur de fiets stalt en in welk soort parkeervoorziening. Daarnaast wordt aangegeven wat de toekomstige behoefte is in aantallen fietsparkeerplaatsen en welke locaties gezien de herkomst en bestemming.
De resultaten van het onderzoek laten zien dat de gemeente Zaanstad voor een forse kwantitatieve opgave staat. Deels komt deze opgave door het huidige tekort, deels door de toevoeging van programma (Inverdan) en deels door de ambitie die Zaanstad heeft (verwoord in de Fietsnota).
2. Het rapport is een tussenstap in het totale proces om te komen tot een fietsparkeerplan en is intern zowel ambtelijk als bestuurlijk besproken. Extern is het rapport besproken met de fietsersbond en de werkgroep beheer van de Stichting Binnenstadsmanagement, met de intentie om deze groepen al vroeg te betrekken bij het vervolgproces.
Zowel intern als extern wordt het rapport onderschreven, maar zijn er ook opmerkingen/kritische kanttekeningen geplaatst welke in het vervolg, de uitwerking, een plek krijgen. 3. De resultaten van het onderzoek van AGV Movares worden uitgewerkt in een fietsparkeerplan.
Voordat gestart wordt met deze uitwerking bestaat de behoefte de cijfermatige onderbouwing van de vraag naar stallingruimte tegen het licht te houden alsmede de fasering (wanneer zijn welke aantallen nodig). In de rapportage van het fietsparkeeronderzoek ontbreekt nog een goed zicht op het fietsparkeren tijdens de uitgaansuren op de Dam en omgeving. Dit zal nog aangevuld worden door AGV Movares.
4. Ja, alle in het rapport genoemde locaties worden uitgewerkt en beoordeeld op haalbaarheid. Hierbij wordt de volgende categorisering aangehouden:
1 . Zekere locaties: dit zijn de locaties die zonder zware inzet van middelen goed realiseerbaar zijn;
2. Minder zekere locaties: dit zijn de plekken die niet zonder meer ontwikkeld kunnen worden, maar waar de slagingskans als reeel wordt geschat;
3. Onzekere locaties: dit zijn de locaties die alleen met stevige inzet gerealiseerd kunnen worden en waar een stevige inzet van middelen voor nodig zal zijn.
Vervolgens rpoet beoordeeld worden hoe de te ontwikkelen locaties zich verhouden tot het minimum aantal benodigde plaatsen en de tijd waarin ontwikkeling mogelijk is. De locaties zullen zich verdelen over ongebouwde en gebouwde voorzieningen, waarbij in beeld moet worden gebracht wat de haalbaarheid is, in planologisch juridisch, financieel, technisch en ruimtelijk opzicht. Hierbij dient aandacht te worden besteed aan de doelgroepen en soorten fietsen (verlengde moederfiets, bakfiets, elektrische fiets etc.).
Bij de uitwerking zal gebruik worden gemaakt van referentiebeelden aangaande de concrete oplossingen (carrousel, kelder etc.). Tevens zal gekeken worden of bij gebouwde voorzieningen combinaties met andere functies de haalbaarheid vergroten.
De eindrapportage zal bestaan uit locatiebladen, met per locatie de uitwerking van de ruimtelijkemogelijkheden, kwantitatieve bijdrage in het aantal stallingen en de beoordeling van de haalbaarheid (kosten, partijen, planning/fasering).
5. Nee. Bij het bepalen van de haalbaarheid zal specifiek aandacht worden gegeven aan de financiële mogelijkheden voor de ontwikkeling en exploitatie van de betreffende locatie. Binnen de grondexploitatie Inverdan zijn de toevoeging van fietsparkeerplaatsen niet begroot. Er zal daarom onderzocht moeten worden hoe dekking gevonden kan worden. Hierbij wordt gekeken naar het gebiedspakket Stads Regio Amsterdam, maar ook naar de wijze van betrekken van partijen.
Gedurende het opstellen van het fietsparkeerplan is er maandelijks overleg met de fietsersbond en regelmatig met Stichting Binnenstadmanagement Zaanstad. Daarnaast zal afstemming worden gezocht met de werkgroep belast met tijdelijke fietsvoorzieningen. Daar waar tijdelijke plaatsen kunnen doorontwikkelen tot definitieve fietsenstallingen, verdient dat de voorkeur.
Na de besluitvorming over het fietsparkeerplan worden de hierbij gekozen locaties verder uitgewerkt tot realisatie. Dit is een vervolgproject. Daar waar bij het opstellen van het fietsparkeerplan kansen ontstaan waar direct op gehandeld moet worden zal dit in gang worden gezet.
In het vertrouwen u voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
het College van Burgemeester en Wethouders van Zaanstad