Het wereldberoemde huis aan de Zaan wat Monet geschilderd heeft, is afgelopen weekend door een schip geramd. Gelukkig zijn er geen persoonlijke ongelukken gebeurd. Bert Boer heeft inmiddels namens de fractie van GroenLinks vragen daarover gesteld aan het college van B en W met de volgende inhoud:
Geacht college van B & W,
Op de avond van de stichting Oeverloos van 12 januari jl. werd door drie enthousiaste Zaankanters het initiatief gelanceerd om van Zaanstad een “Monetstad” te maken ( zie www.monetinzaandam.nl . Als verrassende introductie was aan de overkant van De Fabriek het door Monet geschilderde theehuisje aan de Zaan in de schijnwerpers gezet.
Het is wrang dat uitgerekend in dezelfde week een door Monet geschilderd historisch pand aan de Oostzijde 221 door een stuurloos geraakt schip wordt geramd en beschadigd. Volgens de bewoners, de familie de Ruiter en Heijne, hebben zij de gemeente al vaak gewaarschuwd voor de gevaarlijke situatie en meer dan eens gevraagd om stevig remmingswerk in de Zaan. Wellicht komt dit op meer plekken langs de Zaan voor.
Wij hebben hierover de volgende vragen:
1) Is het u bekend dat de bewoners van het pand Oostzijde 221 de gemeente hebben gewaarschuwd en meer dan eens gevraagd hebben om stevig remmingswerk in de Zaan?
2) Indien ja, wat zijn de overwegingen geweest om de verzoeken niet in te willigen en is dat kenbaar gemaakt aan de bewoners?
3) Ziet u in de recente gebeurtenis voor de veiligheid van de bewoners en het beschermen van het historische pand aanleiding om met spoed remmingswerk in de Zaan aan te brengen?
4) Zijn er meer plekken langs de Zaan waar woningen een risico lopen als een schip uit de bocht vliegt of stuurloos raakt? Indien dat zo is, worden daarvoor ook maatregelen ter beveiliging overwogen? Kan dit zonodig een onderdeel vormen van de uitvoering van het project “Vaart in de Zaan”?
Bert Boer, namens fractie GroenLinks.
Het college heeft deze vragen als volgt beantwoord:
Ad 1 en 2:
De gemeente heeft in 2006 een brief ontvangen van de bewoners van de Oostzijde 221. In deze briefvragen zij aandacht voor de verkeerproblematiek van zwaar vrachtverkeer door de Oostzijde en wordt het verzoek aan de gemeente gericht om maatregelen te nemen om de snelheid van het scheepvaartverkeer op de Zaan te beperken. De reden hiertoe is dat de golfslag die afkomstig is van de schepen leidt tot het wegslaan van grand bij de woning. In de brief is geen verzoek verwoord voor een stevig remmingwerk.In het antwoord dat aan de bewoners van de Oostzijde 221 is toegezonden staat aangegeven, dat de twee palen die in de Zaan ter hoogte van de woning staan, zullen worden ge'fnspecteerd en indien daar noodzaak toe bestaat, zullen worden vervangen.
De betreffende palen in de Zaan zijn niet bedoeld om schepen te keren. De gemeente heeft de werkzaamheden overeenkomstig de gemaakte afspraken uitgevoerd en beide palen zijn vernieuwd.
Ad 3:
De gemeente is voornemens met de bewoners van Oostzijde 221 in contact te treden om te overleggen over een voorziening ter hoogte van de woning. Wei dient daarbij in overweging te worden genomen dat het keren van een groot binnenvaartschip zoals de Impuls, een grote stevige constructie vergt. Daarbij dient ook het belang van het aanzien van het historische pand en de hoge kosten voor het realiseren van een dergelijke voorziening in de overweging te worden meegewogen. Vooralsnog worden de kosten geschat op € 25.000,--. Wij hopen dat we in goed overleg met de bewoners tot een passende oplossing kunnen komen.
Ad 4:
De Zaan is een rivier die door stedelijk gebied gaat en diverse bochten kent en waar schepeh diverse bruggen en een sluis moeten passeren. In het geval dat de besturing van een binnenvaartschip uitvalt, zoals bij de Impuls, zijn er diverse locaties waar de kans op schade bestaat. Dit kan plaatsvinden in de Wilhelminasluis, ter hoogte van de Bernhardbrug, Julianabrug, Zaanspoorbrug, Zaanbrug en in de Zaanbocht. In het geval van een calamiteit met de stuurinrichting op een binnenvaartschip is de kans op schade het grootst aan civieltechnsiche kunstwerken (kademuren, bruggen, sluis, geleidewerken etc) of vindt aanvaring plaats met andere vaartuigen. in Zaanstad is er in ruime mate gebouwd in het gebied tussen Zaan en de dijken aan weerszijden van de vaarweg. De meeste woningen die direct aan de Zaan zijn gelegen, zijn gebouwd langs de rechte delen van de vaarweg waar de kans op schade bijzonder klein is. Er zijn weinig plekken angs de Zaan die een verhoogd risico kennen en waar woningen direct aan het water staan. Het pand Oostzijde 221 is een van die weinige locaties. Wei zijn er overige panden en vaartuigen direct aan de oeverte vinden die geen woonfunctie kennen zoals bedrijven en bijgebouwen (theehuisjes, schuren etc) en recreatievaartuigen. Het risico met gevolg van schade en in het bijzonder de kans op persoonlijk letsel, schatten wij laag in. In den lande zijn maar weinig incidenten die vergelijkbaar zijn met het ongeval met het schip Impuls. Wij zien op korte termijn dan ook geen aanleiding om op andere plekken dan de Oostzijde 221, maatregelen te nemen.
Hoogachtend,
burgemeester en wethouders van Zaanstad,