Mijn eerste gedachte bij Marcus Bakker is: hij was zo aardig. Hij had enorme ervaring in de politiek, in spreken, was belezen, maar daar stond hij zich niet op voor. Hij was te spreken.
Ik was kandidaat voor de gemeenteraad in 1990, meteen de eerste keer dat GL meedeed. Ik zat in een forum in het Erasmushuis, waarvan Marcus de voorzitter was. Ik merkte dat de bewoners naar hem opkeken als ’onze Marcus’. Op een gegeven moment kwam de discussie op ‘de buitenlanders’. Er ontstond een beetje rare sfeer, niet prettig. Marcus nam het woord. Hij ging er eigenlijk niet op in, maar zei dat hij een verhaal wilde vertellen. In de dertiger jaren, al voor de Tweede Wereldoorlog, kwamen er Duitse joden naar Zaandam. Ze zochten hier onderdak. Marcus had later wel eens gevraagd: hoe kwam het dat jullie juist naar Zaandam kwamen? Er werd geantwoord dat in Duitsland werd gezegd dat je naar Zaandam moest gaan, omdat je daar wel opgevangen zou worden. Op slag sloeg de stemming om, ja, dit was wat deze ouderen wel herkenden. Ik denk ook dat ze de boodschap goed hoorden, die Marcus erin verpakte. Ik heb met bewondering gekeken, hoe hij op positieve wijze de zaal wist te bespelen, daar wilde ik wel van leren.

Ik ben een paar keer opgetreden als Marcus ook aanwezig was. Hij kwam dan na afloop uit zichzelf naar mij toe en complimenteerde mij, zei precies wat ik goed gedaan had. Dat is vooral als beginnend raadslid heel steunend.  

Hij heeft mij ook wel tips gegeven die ik kon gebruiken in mijn raadswerk. Ik herinner mij ook dat ik nog eens in de rij stond voor een receptie op het gemeentehuis met Siep Geugjes en Marcus en dat we veel plezier hadden. Want je kon ook met hem lachen 

Met Marcus is een prominent verdwenen. Maar wel iemand waar ik nog wel eens aan denk.

Ans Pieper